Kolonel Joseph Emile Robert Bourgeois (1857-1945), Détermination des coordonnées géographiques aux colonies en employant la télégraphie sans fil. Essai de la méthode des coïncidences entre Paris et Bruxelles. Compte rendu de l’Académie des Sciences du 28 août 1911, La lumière Electrique, T. XV (2e série), N° 38, p 368, 1911.

Meer details over deze testen, op deze site, in “B. Brasseur, Hallo, hallo, hier radio Laken…”, pp 160-161.
Hieronder de tekst zonder foto’s.

Ferrié te Laken.
Op zee is het belangrijk de juiste lengteligging
te kennen waarop het schip zich op een
bepaald ogenblik bevindt. Dat was vroeger
zeer moeilijk te bepalen, gezien het enkel
exact kan via opname van tijdsverschillen.
Gedurende eeuwen hebben wiskundigen,
astronomen en wetenschappers naar een
eenvoudige methode gezocht.
In april 1908 werd door de heer Bouquet de la
Grye, een gekende wetenschapper, aan de
academie voor wetenschappen van Parijs
aangetoond dat dit probleem eenvoudig kon
opgelost worden door de T.S.F. (225)
De geografische lengte van een punt op aarde
is bvb snel berekend met het tijdsverschil
tussen dat punt en het observatorium van
Parijs. Men moet dan met de T.S.F. regelmatig
de juiste tijd van Parijs doorgeven. Tussen
twee willekeurige observatiepunten is het
verschil in lengtegraad het verschil in tijd van
de ogenblikken waarop deze punten zich ter
hoogte van vaste gekende hemellichamen
bevinden. Dit haalt men uit het gegeven dat de
aarde op zichzelf draait in een vastgestelde tijd
(226). In 1908 kon men per T.S.F. al 2.000 km
ver reiken, en dat gebeurt in een fractie van
een seconde, dus bijna zonder tijdsverschil.
(225) “Echo d’Ostende”, 04 april 1908. (226) D’Argenteuil, La Belgique utilise la T.S.F. pour la triangulation géodésique de sa colonie, Expansion Belge, juin 1914.
De academie stelde onmiddellijk een
commissie samen die bestond uit Becquerel,
Bouquet de la Grye en Poincaré.
Commandant Ferrié (werd later generaal), ons
goed bekend in verband met de Eiffeltoren,
had onderzoek gedaan naar het bepalen van
de geografische breedteligging door de
methode “der toevalligheden”, ontdekt en
praktisch uitgewerkt door de Franse onderzoekers Claude, Driancourt en Ferrié zelf (227).
Eén der geslaagde toepassingen van deze
methode bestond erin het verschil te bepalen
tussen de breedteligging van Parijs en van
Brussel. Dat was in 1911. Koning Albert,
steeds geboeid door wetenschappelijke
nieuwigheden, had Commandant Ferrié
gevraagd deze experimenten te leiden. Ze
hadden plaats, van 25 tot 28 mei, tussen de
Eiffeltoren en een post die voor de
gelegenheid door Robert Goldschmidt in het
kasteel van Laken aangebracht was (228).
Ferrié kwam naar laken, vergezeld van kolonel
Robert Bourgeois, afgevaardigde van het
bureau der lengtegraden, hoofd van de
afdeling geodesie bij de geografische dienst
van het leger, kapitein Durand en kapitein
Charles Mailles.
Langs Belgische zijde waren ook aanwezig
luitenant-kolonel Jeanne en koningin Elisabeth.
(227) Radio-Science, mai 1932. (228) Le Mois Radioélectrique, Radio-Science, mai 1932 en Télégraphie et téléphonie sans fil, La Lumière électrique,
Comptes rendus de l’Académie des sciences, 28 août
1911.

Over onze koningin vertelt Goldschmidt later
een grappige anekdote (229): […] Na een
gemoedelijk diner duidde de koning in het park
van Laken een plaats aan, die dankzij het
nieuwe procédé zou opgespoord worden.
Belangrijk materieel was van Parijs meegebracht, maar ongelukkiglijk
kwamen de eerste “tops” (signalen) die de test
voorafgingen niet door. Waren die toestellen te
geperfectioneerd? Of waren ze in slechte
staat? Niemand wist het. De Franse officieren
vreesden met wanhoop niet te zullen slagen,
toen de koningin meedeelde dat zij ook een
ontvangsttoestel bezat. Men maakte er gebruik
van, en het is met dat toestel dat men op 5
meter nauwkeurig de lengtegraad heeft
kunnen bepalen. Vandaag is die plaats
vastgelegd door een herdenkingspaal in het
koninklijk park van Laken.
Had de koningin dan nog een ander
ontvangertje dan het toestel uit 1913?
Tijdens de experimenten kon men vaststellen
dat met de methode “des coïncidences” een
precisie kon bereikt worden in de orde van een
honderdste seconde.