La Tribune congolaise, 28 12 1912.

De zender wordt aangekondigd, de testen gaan een aanvang nemen. Het derde punt van het grote programma zal binnenkort kunnen uitgevoerd worden (zie hierover onze beide boeken) : de radiotelegrafische verbinding van Brussel met Boma in Belgisch Kongo.
De twee andere punten waren de verbinding Banana-Boma, en daarna de creatie van een verbinding Boma-Elisabethstad over verschillende tussenposten.  Hiermee was men klaar op 20 augustus 1912. Braillard en Goldschmidt waren terug in België. De werken konden starten.
Een eerste bericht krijgen we van “la Tribune Congolaise” van 28 12 1912: we lezen dat “les expériences vont commencer à Laeken”.

L’émetteur est annoncé, les tests vont commencer. Le troisième point du grand programme pourra bientôt être mis en œuvre (voir nos deux livres à ce sujet): la liaison radiotélégraphique de Bruxelles avec Boma dans le Congo-Belge.
Les deux autres points étaient la connexion Banana-Boma, puis la création d’une connexion Boma-Elisabethville par plusieurs postes intermédiaires. Cela fut terminé le 20 août 1912. Braillard et Goldschmidt étaient de retour en Belgique. Les travaux pouvaient commencer.
Nous recevons un premier message de “La Tribune Congolaise” du 28/12 1912: “Les expériences vont commencer à Laeken”.



Het Handelsblad van Antwerpen, 03 01 1913.

We lezen nu dat een stalen toren van 5 ton opgericht werd als eerste antennemast.
Nous lisons maintnant qu’il a été érigé une tour de 50 tonnes comme premier mât d’antenne.

Het Volk, 04 01 1913.

In dit tweede Nederlandstalige blad krijgen we te zien dat die eerste toren met zijn 130 m de hoogste van België is. De marconischool is de school voor opleiding van Blanke en Zwarte telegrafisten en ze maakt deel uit van het project. Ze is gevestigd in de villa Lacoste, gelegen in het domein van het kasteel van de koning te Laken. Meer details hierover vindt u elders op deze website. De “Denderbode” van 16 01 1913 geeft identiek dezelfde tekst.

Dans ce deuxième journal en langue néerlandaise, nous trouvons que la première tour avec ses 130 m est la plus haute de la Belgique. L’école Marconi est l’école de formation des télégraphistes blancs et noirs, et elle fait partie du projet. Elle se trouve dans la villa Lacoste, située dans le domaine du château royal à Laeken. Vous trouverez de plus amples détails ailleurs sur ce site. Le “Denderbode” de 16 01 1913 donne exactement le même texte.



Le Carillon, 30 01 1913.

Een serie masten werden nu geplaatst.
Une série de mâts sont placés.

De Volksstem, 31 01 1913.

We lezen nu dat er 5 masten opgericht werden. De voeldraden zijn de antennes.
Nous lisons maintenant que 5 mâts sont placés.
Les “voeldraden” sont les antennes.


De Denderbode, 13 02 1913.

Tot slot vonden we nog deze krant die vermeldt dat een zender geplaatst werd.
Finalement nous trouvâmes ce journal qui mentionne le placement d’un émetteur.

We zullen verder aan de hand van meerdere kranten en ook tijdschriften ontdekken dat er nog geen sluitend antwoord bestaat op de vragen “hoeveel masten waren er nu en uit hoeveel draden bestond de antenne?”.
Braillard vertelt dat er veel geëxperimenteerd werd. Een foto zal een indruk geven van 2 lange masten (120-130  m) en 6 kortere (60-65 m). Maar we zullen ook een schets vinden van de heer Gourski, Technisch Directeur Generaal van de BRT-RTB, getekend aan de hand van een interview van de heer De Rycke die vanaf 1912 bij de testen aanwezig was. Hij sprak over 2 lange en 8 kortere masten.
Veel van de gevonden beschrijvingen kunnen ook effectief plaats gehad hebben. Dit waren alle mogelijke momentopnames van een veranderende situatie.
En de toestellen, masten en antennes, archieven, werden vernietigd in opdracht van de koning bij het invallen van de bezetter, wat het zoeken niet gemakkelijker gemaakt heeft …

Nous découvrirons plus loin a l’aide de plusieurs journaux et revues qu’il n’y a pas encore de réponse concluante aux questions suivantes: “combien de mâts y avait-il maintenant et de combien de fils l’antenne était-elle composée?”
Braillard dit qu’il a beaucoup été expérimenté. Une photo donnera une impression de 2 grands mâts (120-130 m) et de 6 mâts plus courts (60-65 m). Mais nous trouverons également un croquis de M. Gourski, directeur général technique de la BRT-RTB, dessiné sur la base d’une interview de M. De Rycke, présent aux essais à partir de 1912. Il parlait de 2 mâts longs et de 8 mâts plus courts.
Plusieurs des descriptions trouvées peuvent aussi avoir existées. C’étaient toutes des instantanés possibles d’une situation en mutation.
Et les engins, mâts et antennes, archives, ont été détruits sur ordre du roi lors de l’invasion de l’occupant, ce qui n’a pas facilité la recherche …