Arthur Cosyn, La station de T.S.F. de Laeken, Touring Club de Belgique, pp 304-307, 15 juin 1914.
Arthur Jean Baptiste Cosyn (1868-1927) is vooral bekend door zijn vele artikels (waarvan een groot deel over Laken) en door zijn boeken. Zijn teksten hebben een literaire, historishe, toeristische en archeologische inslag (uit een artikel van Joris Dillen in “Laca Tijdingen” nr 1, september 1993, zie hiervoor “www.laca.be“).
LACA, de Geschied- en Heemkundige Kring van Laken (“Laeken” in het Frans), wil volgens eigen zeggen “het verleden en heden in herinnering brengen van een gemeente waar het goed leven is”. Laken is sinds 1921 een deelgemeente van de stad Brussel.
LACA geeft een tijdschrift uit, dat opvalt door de grondige research naar de bronnen van haar artikels. U kan er ook veel geschriften vinden van A. Cosyn. Op een andere site van LACA, “www.Laken-ingezoomd.be” vindt u meer dan 5000 foto’s over Laken van vroeger en nu. Een bezoek waard.
Arthur Jean Baptiste Cosyn (1868-1927) est surtout connu pour ses nombreux articles (dont une grande partie sur Laeken) et ses livres. Ses textes ont un impact littéraire, historique, touristique et archéologique (extrait d’un article de Joris Dillen dans “Laca Tijdingen” n ° 1, septembre 1993, voir “www.laca.be“).
L’Association LACA, le Cercle d’histoire locale de Laeken, veut “rappeler le passé et le présent d’une commune où il fait bon vivre”. Laeken fait partie de la ville de Bruxelles depuis 1921.
LACA publie un magazine qui se distingue par ses recherches approfondies sur les sources de ses articles. Vous pouvez également y trouver de nombreux écrits de A. Cosyn. Sur un autre site de LACA, “www.Laken-ingezoomd.be“, vous trouverez plus de 5000 photos de Laeken d’hier et d’aujourd’hui. Vaut la visite.
Cosyn vertelt hieronder, op pagina 304 rechtsboven, dat hij veel informatie haalde uit een artikel van Victor Boin, verschenen in “L’Expansion belge” in november 1913. Dat klopt, het betreft het artikel “Bruxelles-Boma par la T.S.F.“.
Maar hij putte ook uit een tweede artikel van V. Boin, “L’Ecole pratique de T.S.F. de Laeken“, van januari 1914. Beide artikels van V. Boin, alsook een derde, “La T.S.F. au Congo Belge“, van april 1913, zijn op deze site te raadplegen.
Een foutje op pagina 304, midden blad, rechts : het vertrek van ingenieur van Soest de Borckenfeldt heeft plaats in 1913 i.p.v. 1912.
De fout bevindt zich ook in het artikel van V. Boin.
Cosyn geeft ook een meerwaarde aan zijn artikel door zijn opzoekingen naar de oorsprong van het domein Lacoste, of “Campagne” La Coste, of nog kasteel van Nederleest, opzoekingen die teruggaan tot rond 1200. En hij eindigt met een etymologie van het woord “leest”.
Cosyn nous dit ci-dessous, en haut à droite de la page 304, qu’il a obtenu beaucoup d’informations d’un article de Victor Boin, publié dans “L’Expansion belge” en novembre 1913. C’est juste, il s’agit de l’article “Bruxelles-Boma par la T.S.F.”
Mais il s’inspire également d’un deuxième article de V. Boin, “L’Ecole pratique de TSF de Laeken“, de janvier 1914. Les deux articles de V. Boin, ainsi qu’un troisième, “La T.S.F. au Congo Belge“, d’avril 1913 peuvent être consultés sur ce site.
Une petite faute à la page 304, au milieu de la page, à droite : le départ de l’ingénieur van Soest de Borckenfeldt se situe en 1913 au lieu de 1912.
L’erreur se trouve aussi dans l’article de V. Boin.
Cosyn donne aussi une plus-value à son article par ses recherches sur l’origine du domaine Lacoste, ou “Campagne” La Coste, ou encore château de Nederleest, recherches qui l’amènent jusqu’en 1200. Et il termine par une étymologie du mot “leest “.
Arthur Cosyn
Op de volgende blz, p 305, ziet u de machinekamer van de grote zender . Achteraan, de aandrijfmotor, vermoedelijk dus reeds van ACEC, en vooraan, met grote zekerheid, de Bethenod-alternator, gemaakt door de “Société Alsacienne de Constructions Mécaniques Belfort”. Op p 166 van ons boek “Tussen vonk en omroep” vindt u een duidelijkere foto met beschrijving.
Sur la page suivante, p 305, vous pouvez voir la salle des machines du grand émetteur. Au fond, le moteur d’entraînement, probablement déjà de ACEC, et à l’avant, avec une grande certitude, l’alternateur Bethenod, fabriqué par la “Société Alsacienne de Constructions Mécaniques Belfort”. Vous trouverez une image plus claire avec une description à la page 166 de notre livre “Tussen vonk en omroep“.