Albert Chatelle, l’Effort belge en France pendant la guerre (1914-1918), 1934.
Waarom heeft de Belgische regering in 1915 besloten een zender-ontvanger te plaatsen in Baarle -Hertog?
Buiten een stukje vrijheid achter de Ijzer was ons land bezet door het Duits leger. Dit is niet helemaal juist. Er was nog een stukje vrij België over: Baarle-Hertog, een enclave in Nederland, enkele km van de Belgisch-Nederlandse grens, een eeuwen geleden ontstane anomalie.
Maar het was dus, en is nog steeds, een stukje België in Nederland. In het boek hierboven afgebeeld kan u op de blz 130 tot 134 lezen waarom precies daar een zender nodig was.
Een kort resumé met bewuste passage uit het boek:
Het hoofdkwartier van de eerste minister en ook minister van oorlog de Broqueville was gevestigd te Duinkerke. Eind april 1915 werd de stad echter gebombardeerd met lange-afstand geschut en men besloot te verhuizen naar een veiliger oord. Dat werd St-Pietersbroek (St-Pierrebroucq), in Frans-Vlaanderen.
Door haar geografische ligging was Nederland (neutraal) een “inlichtingen-centrum” geworden. Berichten van het vijandelijk achter-front konden door onze agenten eenvoudig over Nederland in Engeland geraken. Maar de transit naar Engeland gebeurde over drie zeekabels, met gecodeerde boodschappen.
Een eerste kabel werd onherstelbaar vernietigd door de Duitsers.
Men begon te denken aan het plaatsen van een zender in Baarle-Hertog. De minister van Buitenlandse Zaken, J. Davignon, stelde een categoriek veto, omwille van mogelijke conflicten met Nederland en bombardementen van Baarle-Hertog door de Duitsers.
Na beraadslaging met de koning, Frankrijk en Engeland, ging de Broqueville voorbij aan Davignon’s veto, en nam hij maatregelen voor het snel plaatsen van een zender.
Op 17 oktober 1915, te 22 u 40, startte de post van Baarle-Hertog haar permanente luisterdienst, in directe verbinding met St-Pietersbroek en het Frans G.Q.G.
De keuze voor het plaatsen van een zender bleek naderhand gelukkig geweest te zijn, gezien de tweede zeekabel in januari 1916 eveneens onherroepelijk brak, en de derde, evenwel tijdelijk, op 29 maart 1916. Dankzij de zender werd een niet onderbroken communicatie mogelijk.
Meer inlichtingen vindt u in onze beide boeken, maar vooral in de Nederlandstalige en Franstalige versies van het boek “MN7, het militaire radio luister- en zendstation in Baarle-Hertog, 1915-1919”, van Jacques Boone, 2010. Jacques’ vader, ingenieur Joseph Boone volgde ingenieur Goldschmidt op tot het einde van de oorlog. Goldschmidt en Boone hadden de leiding ter plaatse en gaven rekenschap aan Commandant Wibier, hoofd van de dienst draadloze telegrafie van het leger.
(Zie ook onder “Boeken”).
De blz uit het boek, pp 130-134.
Quelques pages du livre, pp 130-134.